Het evenement begon met een plenaire lezing door Jeroen Tamsma, ontwerpmanager van Stadion Feyenoord City. Hij beklom het podium terwijl juist in het weekend ervoor de media bol stonden van het mogelijk niet doorgaan van de plannen voor het nieuwe stadion. Volgens Tamsma zijn die berichten allemaal veel te voorbarig. Wel zal er vertraging optreden maar hij en alle andere betrokkenen bij de plannen gaan ervan uit dat het nieuwe stadion, inclusief de hele gebiedsontwikkeling, er ‘gewoon’ komt. En als dat stadion er staat, zo vertelde hij, zal deze vol zitten met intelligentie. Niet alleen de gebouwgebonden technieken worden vergaand geautomatiseerd, ook alle systemen voor de veiligheid en het sturen van publieksstromen zullen in en om dit stadion zeer geavanceerd zijn. Als het enthousiasme van Tamsma maar voor een klein deel naar de rest van alle stakeholders in dit proces overslaat, dan is de kans zeker aanwezig dat het stadion én de omgeving tegen het eind van dit decennium realiteit zal zijn.
Van ontwikkelaar naar technologiebedrijf
De tweede, plenaire keynote gaf de bezoekers vooral inzicht in de visie van Edge Technologies, het voormalige OVG Projectontwikkeling. Het bedrijf is bekend van het gebouw de Edge op de Zuidas, maar heeft sindsdien een hele serie technisch hoogstaande en vaak energieneutrale of zelfs energieleverende gebouwen opgeleverd. Daarin vervult techniek en specifiek gebouwautomatisering een cruciale rol. Zodanig zelfs dat OVG zich heeft omgeturnd van projectontwikkelaar naar een technologieconcern. Ruud van der Sman, verantwoordelijk voor de techniek in de gebouwen van Edge Technologies, lichtte een tipje van de sluier over de methode waarop zij gebouwen intelligent maken. Daarin spelen onder meer de slimme lichtsystemen en sensornetwerken van Signify een voorname rol. Maar in het algemeen moeten moderne gebouwen IoT-enabled zijn. Dit zijn gebouwen die in staat zijn om met alle huidige en toekomstige digitale technologieën te integreren. Het zijn gebouwen die kunnen meten en op basis van wat zij meten en registreren volledig zelfstandig en autonoom kunnen reageren. Dat gaat over klimaat, comfort, maar ook veiligheid, afval, enzovoorts. Ook moeten gebouwen de data die zij genereren zeer eenvoudig en gebruiksvriendelijk beschikbaar maken voor alle soorten applicaties.
Wetenschap en praktijk
Na de twee keynotes ging de conferentie verder met een groot aantal parallelsessies, verspreid over de hele dag. Enerzijds waren dit sessies met een wetenschappelijke insteek. Daarvoor werkte de organisatie van Bits, Bricks & Behaviour intensief samen met het programma Brains 4 Buildings. Dit is een project waar bedrijven, kennisinstellingen en universiteiten samenwerken om gebouwen duurzamer te maken. De lezingen - door specialisten van onder meer TU Delft en TU Eindhoven - typeerden zich door een combinatie van praktische deskundigheid gekoppeld aan diverse wetenschappelijke projecten. Projecten die kansen bieden voor concrete innovaties binnen de dagelijkse praktijk. Anderzijds kwamen op de conferentie ook zeer praktische ontwikkelingen en praktijkprojecten van leveranciers aan bod.
KNX voor integratie E en W
Zo mocht Remco Hoveling, werkzaam bij Siemens, een voordracht geven over de enorme voordelen van KNX in moderne gebouwen. Hij sprak daar vooral vanuit zijn praktijkervaringen in twee ziekenhuizen in Groningen en Apeldoorn en op de Radboud Universiteit van Nijmegen. Hij liet zien dat de vraag van de klant altijd leidend moet zijn, en dat - als je de klant het vraagt - hij vooral eenvoud wenst. Dus niet diverse verschillende systemen naast elkaar, maar zoveel mogelijk met een of twee systemen werken. Vandaar dat KNX, vaak in combinatie met BACnet, een perfecte combinatie is. Een systeem op basis van BACnet is ideaal voor de voorregeling. Om dan vervolgens met KNX de volledige naregeling in een gebouw te verzorgen, zowel die van verlichting, zonwering als ook de verwarming, airco en ventilatie. Zo hoeven er zo min mogelijk verschillende soorten bekabeling en systemen worden aangebracht terwijl in het management en de visualisering enorm veel eenvoud ontstaat. Bovendien heeft KNX, het protocol waarvoor meer dan 500 fabrikanten producten maken, het grote voordeel dat eigenlijk voor elk installatieonderdeel veldapparatuur en componenten beschikbaar zijn.